Tijdens de themagroep Vergunninghouders en Asiel is de stand van zaken van de drie programma's besproken:
1. Veranderopgave Inburgering (VOI):
Tussen de VNG en het Rijk wordt gesproken over de financiering van de nieuwe wet Inburgering. Daarbij houden de gemeenten (VNG/G40/G4) de volgende standpunten aan:
- Gemeenten nemen geen nieuw taken op zich als er als er niet voldoende middelen zijn. Met de ervaringen vanuit het sociaal domein is dit niet verantwoord.
- Gemeenten willen erkenning van het kostenonderzoek (veldonderzoek) van AEF. Voor de VNG betreft dit een onafhankelijk minimum en de uitkomsten zijn daarom niet onderhandelbaar. Eventuele inhoudelijke aanpassingen mogen daarbij niet ten koste gaan van de kwaliteit van de inburgering.
- Het ministerie van SZW stelt onvoldoende middelen beschikbaar om het verschil volledig te overbruggen. Op deelonderwerpen komt het ministerie met eigen berekeningen en redeneringen. Dit betreft onder andere de maatschappelijke begeleiding, het aantal begeleidingsgesprekken en de tolkenvoorziening.
Ondertussen is het wel mogelijk om verdere vervolgstappen te zetten op inhoud (om mee te nemen naar de raad van state). Dit is altijd onder het voorbehoud van financiën.
2. Flexibilisering Asielketen (Flex):
Op 4 december heeft tijdens de LRT (Landelijke Regie Tafel Migratie) de eerste bestuurlijke bespreking plaatsgevonden van een eerste concept bestuursakkoord over de asielopvang. In dit concept worden de voorwaarden en afspraken geformuleerd om te komen tot een flexibel opvang systeem voor asielzoekers en statushouders dat bestaat uit
- Een klein aantal Gemeenschappelijke Vreemdelingenlocaties (GVL). Dit zijn midden grote opvanglocaties waar alle processtappen van de asielprocedure kunnen worden doorlopen.
- Regionale opvang locaties (ROL). Dit zijn, verspreid over het land, regionale opvangvang locaties waar vergunninghouders en evident kans rijke asielzoekers, zo snel als mogelijk worden geplaatst in de nabijheid van de gemeente waarin zij zullen worden gehuisvest. Gemeenten worden in staat gesteld om hun rol als regisseur van het inburgeringsproces al te starten in deze ROL’s. Nederland kent een dekkend netwerk van regio’s waarin een ROL aanwezig is.
- Flexibiliteit binnen het systeem, gerelateerd aan op en afschalen van capaciteit wordt gerealiseerd door enerzijds om de GVL’s satellieten te realiseren anderzijds om binnen de ROL’s flexibiliteit te realiseren door het mogelijk te maken andere doelgroepen zoals spoedzoekers, arbeidsmigranten en studenten te huisvesten op korte contracten.
- Regionale samenwerkingsverbanden zijn randvoorwaardelijk bij de totstandkoming van de ROL’s deze worden vanuit gemeenten ingericht, in samenspraak met de Regionale Regietafels.
Hoofdpunten uit het LRT van 4 december:
- Een bestuursakkoord is te staccato. Een en ander moet in de regio plaatsvinden in samenwerking met partijen vanuit hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het moet meer gezien worden als kader voor verdieping op een interbestuurlijk programma. Een en ander wordt de komende periode eerst op de regionale regietafels besproken.
- T.a.v. de voorinburgering is door de minister SZW toegezegd dat ruimte is voor gemeenten om hier de regie over te voeren, maar ook voor gemeenten om het door COA uit te laten voeren.
- De motie Peters/Paternotte over een integratie aanbod aan evident kansrijke asielzoekers wordt ook i.h.k.v. de Flex verder uitgewerkt.
Na bespreking op de LRT wordt het afstemmingsproces breder uitgewerkt. Het streven is om in maart tot afspraken te komen waar ook regionaal draagvlak voor is.
3. Verdere Integratie Arbeidsmarkt (VIA):
Jurgen Wander en Virindra Kalika van het ministerie SZW hebben een toelichting gegeven over het programma Verdere Integratie Arbeidsmarkt (VIA). Het Programma VIA richt zich op het verkleinen van de achterstanden op de arbeidsmarkt van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit doet VIA door de inzet van acht pilots. Deze pilots richten zich op cruciale momenten in de loopbaan van mensen waarop achterstanden ontstaan en waar een aanpak een groot verschil kan maken. De pilots testen welke oplossingen effectief zijn: we willen weten wat werkt. De aanpakken in de pilots worden dan ook wetenschappelijk onderzocht. De lessen en concrete, toepasbare oplossingen worden breed verspreid. Gemeenten, onderwijsinstellingen, sociale partners, individuele werkgevers en UWV kunnen deze dan inzetten voor het verkleinen van de achterstanden. Deze lessen en inzichten zijn waardevol voor de G40 gemeenten en zullen ook in 2020 gedeeld worden met de themagroep.
Meer informatie vind je op www.g40vena.nl en het kennisdossier Vergunninghouders en asiel.