Tijdens de sessie van de Themagroep Armoede en schulden zijn de bestuurders in 3 tafels met elkaar het gesprek gegaan over onderwerpen gerelateerd aan corona: het financieringsvraagstuk van gemeenten, het aangekondigde schuldenfonds en de Tozo.
Bij het financieringsvraagstuk werd gesproken over niet alleen de financiële druk vanwege corona maar ook vanwege de aanstaande wetswijzigingen. Er is gesproken over de samenwerking tussen gemeenten onderling. Daarvan is de conclusie om samen op te trekken als het zinvol is, niet te veel tijd kost en het lokaal niet tot beperkingen zorgt. Lokaal verschilt de aanpak of inrichting van de schuldhulpverlening waardoor we goed moeten kijken naar landelijke initiatieven als Schuldenlab: alleen de onderdelen er uithalen die voor iedereen interessant of van meerwaarde is. De actiestand richting burgers is wel hard nodig en daarin kan corona ook bijdragen aan het bereiken van de doelgroep; ‘het (geldzorgen/schulden) kan iedereen overkomen’. Vroegsignalering zoals bedoeld in de wetswijziging Wgs, vraagt (ook vanwege capaciteit en financiën) van gemeenten om tot een vorm van triage te komen.
De groep die in gesprek ging over het Schuldenfonds merkte op dat meerdere G40 steden al ervaring hebben met dit soort fondsen. De groep heeft vooral de oproep gedaan om bij de ontwikkeling van een dergelijk fonds lessen te leren van de lokale fondsen en initiatieven die er al zijn. Er wordt nadrukkelijk gesproken over het belang dat gemeenten aan tafel komen bij de inrichting van het fonds. Daarnaast is naast het fonds ook langdurige begeleiding van de inwoner belangrijk. En zorg er voor dat het niet te ingewikkeld wordt; stel niet te veel randvoorwaarden, maar geef de professional de ruimte. Het fonds kan gemeenten helpen die nog geen eigen schuldenfonds hebben, maar de groep vindt het belangrijk dat het fonds ook beschikbaar is voor gemeenten die al werken met schuldenfondsen: Een waarborgfonds namelijk kan bijdragen aan het verminderen van het risico bij gemeenten, waardoor ze wellicht nog beter kunnen doen wat nodig is. Ook is er een kritische noot; een waarborgfonds is een onderdeel van een groter systeem rondom schuldenproblematiek. Het grote systeem klopt echter nog niet; denk aan het toeslagenstelsel.
Bij de Tozo is gesproken over het belang van perspectief en overzicht bieden aan de ondernemer en hen zo goed mogelijk te ondersteunen. Daar zijn meer partijen voor nodig dan alleen de gemeenten, hier ligt wellicht ook een taak voor de arbeidsmarktregio. Gelden voor omscholing zijn nodig. De doelgroep is wellicht zelfstandiger dan de ‘reguliere’ groep, maar er zitten ook ondernemers tussen die al langer behoren tot de werkende armen. We hebben hier ook de mogelijkheid om met hen op dat vlak in gesprek te komen en ondersteuning (vanuit bijvoorbeeld minimaregelingen) te bieden. Het is weliswaar een nieuwe doelgroep, maar dat betekent niet dat er ook geheel nieuwe vormen van ondersteuning nodig is. De kunst is juist om de reguliere dienstverlening ook voor hen passend te krijgen en er voor te waken dat er weer een geheel nieuwe aanpak wordt bedacht; juist inbedden in het reguliere proces. Als laatste de oproep om het geheel zo makkelijk en simpel mogelijk te organiseren; dat is vaak ook de stijl van de zzp’er.
Meer informatie: Themagroep Armoede en schulden en Sociale pijler van de G40