In de sfeervolle omgeving van het Mariapark en de neogotische basiliek Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart vond op 26 september de start plaats van de G40-tweedaagse in gemeente Sittard-Geleen. Zo’n 140 bestuurders vonden de weg naar deze inmiddels traditionele, collegiale ontmoeting. Tijdens hun opening werd natuurlijk de loftrompet gestoken over het prachtige Sittard met zijn vele pareltjes. Het stokje werd vervolgens doorgegeven aan gemeente Hoorn waar op 13 februari 2025 de volgende bestuurlijke netwerkdag van de G40 plaatsvindt.
Bekijk de aftermovie van de G40-netwerkdagen in Sittard-Geleen
Omdat we te gast waren in ‘zijn’ kerk, kreeg pastoor-deken Rob Merkx natuurlijk gelegenheid om de geschiedenis van deze oudste, Nederlandse basiliek ten gehore te brengen. In hun voorwoord benadrukten gastheer Hans Verheijen, burgemeester van Sittard-Geleen, en G40-voorzitter Paul Depla dat steden keihard nodig zijn voor het realiseren van een leefbare, veilige samenleving, het bieden van een basis voor lokale en regionale economie en duurzaam energiegebruik. Het regeerprogramma van het nieuwe kabinet biedt dan zowel kansen als zorgen.
Het vervolg op de opening was in het oude V&D-gebouw. Een rauwe, betonnen omgeving, de symboliek bij uitstek voor het thema van de tweedaagse: ‘Van traditie naar transitie’. In een plenaire sessie konden bestuurders via de Mentimeter hun zorgen en kansen aangeven in reactie op het regeerprogramma van het kabinet. De ‘wordcloud’ in de foto’s hieronder geven de uitkomst ervan aan. Hiermee zijn we in de gelegenheid om onze kernboodschappen van de nodige accenten te voorzien. Ook gebruikten we de uitkomst om het gesprek met de minister van BZK later die dag voor te bereiden. We vertalen de boodschappen tevens naar uitnodigingen aan kabinetsleden om in gesprek te gaan over oplossingen die aansluiten bij wat onze inwoners nodig hebben.
Mentimeter: zorgen en kansen
Na stadswandelingen en de inspiratiesessies ‘Sunny Selwerd’ en ‘Samen Slim’ (zie verderop) op locatie Ligne werd plenair afgesloten met een gesprek met de minister van BZK, Judith Uitermark. We deelden met haar de zorgen die eerder die dag waren besproken. Zij wierp zich op als hoeder van de bestuurlijke verhoudingen en begrijpt dat goed beleid alleen in samenwerking tot stand kan komen. En dat is volgens haar tweerichtingsverkeer. Zij vroeg nadrukkelijk om niet alleen zorgen en knelpunten op haar tafel te krijgen, maar ook (het begin van) oplossingen die de steden voor die knelpunten zien. “G40, bring it on!”, was haar oproep. Ze komt graag op werkbezoek in G40-steden om de voorbeelden te zien van ‘hardheden’ waar onze inwoners mee te maken hebben. Ook om te horen en te zien welke regels onze steden in de weg zitten. Een uitnodiging die natuurlijk van harte geaccepteerd werd.
Het gesprek met de minister werd op de tweede dag versterkt door directeur-generaal Arne van Hout van het ministerie van BZK. Hij snapt dat de steden voor een enorme uitdaging staan om met de beschikbare middelen toch te werken aan hun ambities. Net als de minister wijst hij op het belang van wederkerigheid daarin. Van Hout geeft aan dat steden nodig zijn om opgaven uit het regeerprogramma te verknopen met wat er speelt in verschillende regio’s en dit te plaatsen in een langetermijnstrategie. Hiervoor blijven we in gesprek over taken, middelen en uitvoerbaarheid die in balans moeten zijn. Er is behoefte bij het Rijk om de praktijk van stedelijk beleid te leren kennen en goed besef te krijgen van de kracht die steden te bieden hebben. Dan komen we tot samenwerking.
Het gesprek met Van Hout werd voorafgegaan door een prikkelend verhaal van Loek Radix, executive director van de locatie Brightland Chemelot Campus waar we de tweede dag te gast waren. Radix ging in op het thema ‘Van traditie naar transitie’. Op de campus hebben grote transities plaatsgevonden: in de jaren zestig van steenkolen naar DSM Chemie en nu naar een campus die zich met meer dan honderd bedrijven en vier kennisinstellingen ontwikkelt tot de eerste klimaatneutrale en circulaire chemische site van Nederland.
Aan de hand van het inspirerende Sunny Selwerd gingen bestuurders onder leiding van wethouder Leon Geilen met elkaar in gesprek hoe herstructurering van woningen, de aanleg van een warmtenet en inzet op gezondheid en welzijn samen kunnen gaan. En hoe bewoners eigenaarschap kunnen en willen ontwikkelen. “Zet je beste mensen in die het in hun DNA hebben om interne processen om te vormen en zorg voor vaste gezichten”, was een van de adviezen die in de bestuurlijke paneldiscussie naar voren kwam. Integrale wijkvernieuwing is een vak apart. Het gaat niet alleen over het optimaal benutten van koppelkansen, het faciliteren van netwerken en slimme financieringsconstructies, maar bovenal om vertrouwen. Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Combineren van bewonersparticipatie rondom de aanleg van een warmtenet met een gesprek over schuldenaanpak is zo’n koppelkans. Immers, als je rood staat, kun je niet groen denken. Het panel bestaande uit Judith Bühler (Sittard-Geleen), Claudio Bruggink (Hengelo) en Manouska Molema (Groningen) sloot af met een boodschap richting het Rijk: faciliteer integrale wijkvernieuwing vanuit een lange termijn perspectief met ondersteunende wet en regelgeving die verschillende opgaven bij elkaar brengt en lange termijn financiering.
Bestuurders van de economische, fysieke en sociale pijler spraken over Samen Slim; een nieuwe manier van het kijken naar kosten en opbrengsten bij gebiedsontwikkeling. Ze deden dit met Lex Brans (Watertorenberaad), Hettie Politiek (programmadirecteur grootschalige woningbouw bij het ministerie van VRO en Gert Joost Peek (Hogeschool Rotterdam). Veel enthousiasme voor een nieuwe aanpak met veel voorbeelden uit de steden over de combinatie van wonen, zorg, energie, klimaat en economie. Voorbeelden die minder duur zijn dan in de klassiek sectorale aanpak en voor de inwoner meer opleveren. De nieuwe aanpak vraagt om een systeemwijziging binnen steden, maar ook binnen het Rijk om ontschotte financiering en andere verantwoordingsmethodieken. Gepleit wordt voor een lange termijn-aanpak met publieke en private middelen zoals steden nu al doen met grondexploitaties. De zaal was bereid om over de grenzen van de domeinen (fysiek, sociaal en economie) heen te kijken en om in gezamenlijk opdrachtgeverschap de maatschappelijke exploitatie van een gebied centraal te stellen. Alle ‘baatnemers’ krijgen een stem in de ontwikkeling van het gebied, dat brengt nieuwe perspectieven onder het voetlicht en maakt de energie los om te zeggen: het kan wel!
Inspiratiesessie 'Samen Slim'
Samen met partners uit het onderwijsveld werd op de bestuurlijke bijeenkomst in Sittard-Geleen stilgestaan bij de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. Tiny Meijers-Troquet van samenwerkingsverband passend primair onderwijs westelijke mijnstreek zette in een uitgebreide presentatie uiteen hoe deze regio de laatste 30 jaar gezamenlijke stappen heeft gezet om te komen tot een integrale aanpak met een integrale afweging. Na jaren te adresseren wat er nodig is - het doorbreken van de verkokerde wet- en regelgeving - besloot deze regio gewoon aan de slag te gaan. Om voor de doelgroep te doen wat nodig is.
De aanwezigen waren het erover eens dat het vergroten van de regel- en experimenteerruimte randvoorwaardelijk is om stappen te zetten. Dit soort processen zijn een puzzel waarvoor stabiliteit in de samenwerking en structurele financiering van groot belang zijn. Het coalitieakkoord van Schoof I spreekt van het versterken van de samenwerking tussen zorg en onderwijs. Elkaar vasthouden en doorpakken, ook als het schuurt, was hiervoor het advies vanuit Sittard-Geleen.
Froukje de Jonge en Anja Prins openden de sessie met een persoonlijke noot over mensen met dementie, het raakt ons allemaal. Iedereen heeft direct of indirect te maken met mensen met dementie. Daarna werd het woord gegeven aan Julie Meerveld (Alzheimer Nederland) en Marijn van Ballegooien, collega-bestuurder Amstelveen.
Kennis over dementie vergroten is één van de speerpunten van Alzheimer Nederland. Dementie heeft namelijk een enorme impact op mantelzorgers en de zorg. Een persoon met dementie gebruikt bijvoorbeeld 3x meer zorg en een mantelzorger is gemiddeld 39 uur per week aan het zorgen voor zijn of haar naaste. Marijn van Ballegooien illustreert aan de hand van schrikbarende cijfers de forse opgave die op gemeenten afkomt als het gaat om de steeds groter wordende groep ouderen. Maar hij benoemt ook helpende strategieën om hier handen en voeten aan te geven. Hij geeft als voorbeeld het benoemen van een ROC als dementie vriendelijke school, wat op eerste gezicht bijzonder lijkt. Echter de studenten in het beroepsonderwijs gaan deel uitmaken van de sociale omgeving van mensen. Hiermee worden gemeenten Dementie vriendelijk.
In het bestuurlijke gesprek komt naar voren dat gemeenten zich steeds meer bezig moeten houden met mensen met dementie, omdat zorg steeds minder beschikbaar is en inwoners steeds langer thuis wonen. Bestuurders spreken hun zorgen uit over wat de sociale omgeving allemaal op moet vangen aan problematiek, zoals mensen met dementie.
In een regio waar een flink tekort aan (betaalbare) woningen bestaat, is het bieden van een thuis voor iedereen een ingewikkelde puzzel. Zeker als je de ambitie hebt om dat te combineren met de passende zorg en juiste ondersteuning.
In de serious game ‘Een thuis voor iedereen’ komt de praktijk op tafel en wordt dit dilemma zichtbaar en voelbaar. Wethouders uit verschillende G40 steden speelden in twee groepen dit spel onder begeleiding van de VNG en de provincie Zuid-Holland tijdens de G40 Bestuurlijke Netwerkdag. Het spel bleek een katalysator voor het voeren van het goede gesprek over de verdeling van de huisvesting van aandachtsgroepen, zoals uitstromers beschermd wonen en maatschappelijke opvang, dak- en thuislozen, statushouders, woonwagenbewoners en studenten. Het spel kan helpen bij de opmaat naar bestuurlijke afspraken voor een regionale woonzorgvisie en de komst van de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Op de bestuurlijke sessie ‘Migratie, Asiel en Arbeid: Wachten of Werken?’ werd het rapport Wachten of Werken? gepresenteerd. Bestuurlijke trekkers Yusuf Çelik, wethouder gemeente Tilburg, Carine Bloemhoff, wethouder gemeente Groningen en Raymond Wanders, wethouder gemeente Emmen, bespraken in aanwezigheid van Joerie Kapteijns van het COA, Thomas Zwiers (VNG) en Frank Candel van Vluchtelingenwerk de belangrijkste bevindingen. Het huidige opvangsysteem voor asielzoekers is nog niet ingericht op vroege participatie van kansrijke asielzoekers. Daarmee missen we kansen. Asielzoekers laten werken terwijl zij wachten op antwoord op hun asielaanvraag, helpt de samenleving, de arbeidsmarkt en de asielzoekers zelf. G40-gemeenten onderzoeken mogelijkheden hiernaar en roepen het Rijk op om arbeidsparticipatie voor asielzoekers te vergemakkelijken. Zie ook het nieuwsbericht op de G40-website.
Wethouders van de fysieke en economische pijler spraken met Adrian Los, directeur ruimtelijke ontwikkeling van het ministerie van VRO. Stedelijke regio’s werken met hun partners aan een complete en integrale gebiedsontwikkeling en verdienen een goede plek aan tafel bij de gesprekken over de NOVEX-gebieden. Adrian Los is benieuwd wat de G40 vindt van het voorontwerp van de Nota Ruimte. Er is behoefte aan een meer kwalitatieve behoefteraming voor economie, en meer aandacht voor koppelkansen tussen functies.
Rob Schouten van het ministerie van EZ is blij met de voortrekkersrol van de G40 in de regionale dienstverlening aan het MKB, die moet zorgen dat het MKB in tijden van economische transities toekomstbestendig blijft. Belangrijk, het MKB zorgt voor 80 procent van het geld dat in Nederland wordt verdiend, maar slechts 15 procent investeert in de toekomstbestendigheid van hun producten. EZ en Sittard-Geleen hebben een methodiek ontwikkeld waarmee regio’s in vijftien weken een verbeterslag in de dienstverlening kunnen slaan. Astrid Boeijen, CEO van de Chemelot Campus, gaf een toelichting op het ecosysteem dat in twaalf jaar tijd op de campus is ontwikkeld met vier kennisinstellingen, de provincie en het bedrijfsleven. De campus richt zich op verduurzaming van de klassieke chemie, de toepassing van circulaire materialen, biomedische innovaties en duurzame processen.
G40-steden zijn in veel regio’s de trekkers van de regionale samenwerking. In het land is een ‘overlappendenken’ ontstaan van talrijke regionale samenwerkingsverbanden waarbinnen opgaven worden opgepakt. Hoe effectief zijn deze samenwerkingsverbanden? Sofie Dreef (Berenschot, Universiteit Groningen) deed onderzoek naar de effectiviteit van Bestuurlijke Regionale Ecosystemen. Zij ontkracht een aantal aannames. Zo leidt veel bestuurlijk contact bijvoorbeeld niet per definitie tot een groei van de brede welvaart in de regio. Uit het onderzoek komt ook een aantal succesfactoren: samenwerking vraagt een gedeelde agenda en narratief, dat enthousiasmeert. Als het lukt ook om economische en maatschappelijke partners structureel te verbinden aan de regionale agenda, leidt dit tot resultaat. Dit vraagt om een stevige ‘kartrekker’ die de regionale samenwerking ook echt organiseert. En vaak zijn dat G40-steden. Juist G40-steden hebben de uitvoeringskracht om zowel op te schalen naar regionaal niveau, als af te schalen naar de maatschappelijke partners. De Asser ambitieagenda is daarvan een mooi voorbeeld.
Met Arne van Hout (DG BZK) reflecteerden we ook op de samenwerking met het Rijk. Het Rijk doet er goed aan de regio’s niets op te leggen, maar ze wel te stimuleren om met een regionale agenda in termen van kansen te komen, was de conclusie. In het hele land, en niet alleen in de tien focusregio’s van Elke regio telt. Daarbij zou het Rijk ook de rol van centrumgemeenten moeten erkennen. De sessie eindigde met de oproep het onderscheid tussen Rijk en regio’s los te laten en elkaar te zien als partners. Immers: zonder regio’s geen Rijk.
Roelof Bleker, burgemeester van Enschede, gaf een toelichting op de Duitse nabijheid en de uitdagingen die dat geeft op ondermijning, met verschillende regels aan beide kanten van de grens. Het is niet vanzelfsprekend dat data worden gedeeld door de politie aan beide zijden van de grens. Dat is een uitdaging in de samenwerking. Maar we kunnen ook zeggen dat grensoverschrijdende criminaliteit overal plaats vindt, immers criminelen rijden de grens over tot in heel Nederland en vice versa.
Albert Bootsma, hoofd RIEC Oost-Nederland, met ruim zeventig gemeenten en samenwerkend over de grens binnen het EURIEC. Hij vertelde aan de hand van voorbeeldcasussen de dilemma’s: 60% van alle casussen in Oost-Nederland hebben een internationaal aspect. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om grondstoffen en productiemiddelen voor drugs in Nederland. Deze zijn goed in beeld aan de Nederlandse kant door goede samenwerking. Maar over de grens is dit veel minder goed in beeld, daar wordt nu op ingezet. Bijvoorbeeld door registratie van huurauto’s. Daarmee proberen we de barrières te slechten. Tijdens corona werd er meer informatiedeling vanuit Duitsland mogelijk. Dat heeft betere samenwerking opgeleverd. Die proberen we nu vast te houden en uit te bouwen. Het werken in EURIEC verband is belangrijk om overzicht te krijgen, grensoverschrijdend, over wat er kan op basis van verschillende regelgeving. In de Euregio is een project gestart om grensoverschrijdende ondermijning verder aan te pakken, met medefinanciering door de provincie Overijssel. Bestuurlijke ‘drukte’ helpt om verschillende niveaus te laten samenwerken, politie-politie, OM-OM, etc. Informatie delen met andere landsdelen, mainports etc. is ook onderdeel van de aanpak. Aandacht van politie leidt tot trek over de grens van productie van synthetische drugs als voorbeeld van ondermijnende grensoverschrijdende criminaliteit. Er is inmiddels zelfs een Grensoverschrijdende Driehoek om de samenwerking te versterken.
Tot slot heeft Jeroen Diepemaat, wethouder van Enschede, verteld over de agendering van bestrijding van grensoverschrijdende drugscriminaliteit in het Comité van de Regio’s in Europa. Voor Nederlandse gemeenten is Europa juist daar ook van belang vanwege EU-wetgeving en -regelgeving. Internationaal zitten we ook in een kopgroep met het ministerie van JenV. Mooi om te zien dat lokale, grensoverschrijdende en internationale aanpak bij elkaar komen.
Foto's: o.a. Anne-Marie Holthausen, deelnemers G40-netwerkdagen en RIEC Oost-Nederland.