Over een halfjaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Leeuwarden heeft te maken met herindelingen en gaat daarom 22 november al stemmen. Daarom kijken we met de dossiertrekkers van het sociaal domein terug op de decentralisaties en de transformaties die de afgelopen jaren op de gemeenten afkwamen. In dit laatste interview in deze reeks spreken we met Andries Ekhart, over zijn ervaringen in Leeuwarden.
Ekhart is niet alleen een bevlogen wethouder, hij is ook een lobbyist van het zuiverste water. Overal waar een overlegtafel staat, wil hij aanschuiven. “Met deze enorme decentralisatie is dat ook van levensbelang. Dit moet je samendoen”, vertelt Ekhart. Hij is trekker van de G32 themagroep ‘Sterke keten van participatie, leren, werken en ondernemen, waarbij hij de verbindingen zoekt. Vooral de verbinding tussen werk en zorg is volgens hem in het sociaal domein van levensbelang. Daar ligt volgens hem de sleutel. Die verbinding komt het beste tot uitdrukking in de manier waarop Leeuwarden de wijkteams heeft ondergebracht. Ekhart: “Wij hebben alle mensen in de wijkteams in één bedrijf ondergebracht, waarvan de gemeente Leeuwarden de enige aandeelhouder is. Daarvoor werkten ze voor verschillende instellingen en bedrijven. Dat werkte verwarrend. Dus hebben ze daar ontslag genomen en in dienst gekomen bij één bedrijf. Bij die teams zit ook een participatieconsulent op wijkniveau, die bekijkt of iemand kan werken of hij of zij eventueel een tegenprestatie kan leveren of niet. Dat loopt heel goed.”
In veel gemeenten werken de ambtenaren van sociale zaken en economische zaken langs elkaar heen, ziet Ekhart. “Dat hebben we in Leeuwarden anders gedaan. Wij werken ook met generieke wethouders. Wij hebben programma’s waar een wethouder een coördinerende rol heeft, maar het is een gezamenlijke inspanning van het college. We willen als gemeente de vraag (de werkzoekende) en aanbod (het werk dat er is of er aankomt) bij elkaar brengen. Hoe kunnen we de krachten bundelen? Dat is de vraag die we elke keer stellen. Daarnaast moet je goed naar het onderwijs kijken. Leveren zij de mensen af die we straks nodig hebben?”
Dat er in Nederland bijna 1,7 miljoen mensen in een uitkering zitten, is hem een doorn in het oog. Ekhart: “Het is niet alleen financieel een blok aan je been. Het is ook voor de mensen zelf, en hun omgeving, een drama. Daarom moet je dat slimmer aanpakken. Je moet het afpellen. Ten eerste moet je erkennen dat er gewoon mensen zijn die nooit in staat zijn om een fatsoenlijke baan vol te houden. Die mensen moet je wel blijven activeren, bijvoorbeeld in hun eigen buurt, maar je moet de gedachte loslaten dat ze in staat zijn het minimumloon kunnen verdienen. Je moet meer uitgaan van wat mensen nog wel kunnen.” Een ander punt is de regeldruk. “Die is echt enorm. Voor elke nieuwe regel die je bedenkt, moet je er drie afschaffen. Wij zijn af en toe overgeorganiseerd. Een voorbeeldje: Ik kwam laatst een statushouder tegen, een Syrische arts die niet mag werken. Dat is raar. Of dat je geen vrijwilligerswerk mag doen als je een uitkering hebt. Natuurlijk heb je, net als in het verkeer, regels nodig, maar de doelmatigheid moet altijd voorop staan. Het resultaat moet voor de regel gaan. We zien dat rechtmatigheid vaak de doelmatigheid in de weg staat. Kort gezegd moet je niet meer uitgaan van de systeemwereld, met wetten en regeltjes, maar uitgaan van de leefwereld. We willen dus in de regels snijden. Als we duidelijk kunnen maken dat bepaalde regels niet werken, gaan ze overboord. Centraal hierbij staat: hoe kunnen we maatwerk leveren?”
Het integraal aanpakken van de problemen blijkt in Leeuwarden te werken. Met enige trots wijst hij op het aantal huisuitzettingen. Dat daalde met veertig procent. Ook het aantal onder toezicht geplaatste kinderen daalde enorm. “Rust creëren.” Het is een uitdrukking die Ekhart vaker gebruikt. “Als je het hebt over de verslavingszorg of over armoedeproblemen en schulden. Het werkt het beste als je eerst rust creëert en daarna kijkt wat op lange termijn de beste oplossing is.” Wat Ekhart ook ergert is dat er volgens hem teveel in doelgroepen wordt gedacht. “Er ligt soms teveel nadruk op de mensen met een beperking. Dat die een baan moeten krijgen. Maar dat is maar een klein gedeelte van wat in onze kaartenbak zit.”
Leeuwarden heeft een regiofunctie voor de hele provincie. “Alles wat bovenlokaal geregeld kan worden, doen we in Leeuwarden. Ook qua veiligheid, werk, zorg, noem het maar op, dat doen we hier gezamenlijk. Wat ik weleens van collega’s hoor, dat kleinere gemeente zich afzetten tegen de grotere, dat hebben wij hier gelukkig veel minder.” Hij heeft bij de staatssecretaris gepleit voor meer geld voor de grote steden, maar dus ook met de aantekening dat de grotere gemeente de kleinere helpen. “De verdeelmodellen moeten anders. Wij hebben als grote steden gepleit voor een extra bedrag van 270 miljoen. Niet alleen voor de grote steden, maar als vangnet voor gemeenten die aantoonbaar niet uitkomen met hun budget, terwijl ze er wel alles aan doen.”
De estafettevraag komt van Paul Blokhuis, gewezen wethouder in Apeldoorn en inmiddels staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport: “Hoe kun je nog beter samenwerken met de regio, om op alle gebieden meer resultaat te halen?”
“In Friesland werken alle 24 gemeenten samen”, zegt Ekhart daarop. “Er is een gemeenschappelijke regeling Sociaal Domein. We gaan daarin verder dan wettelijk verplicht. Mooie voorbeelden zijn de gezamenlijke inkoop jeugd en WMO en de samenwerking in het Friese werkbedrijf. De rol van Leeuwarden als centrumgemeente staat niet ter discussie.”