Nieuws

Tips voor colleges en zorgprofessionals over de toekomst van het sociaal domein

Veel gemeenten kregen de afgelopen jaren te maken met veranderingen in het sociaal domein. Door decentralisaties kregen zij meer verantwoordelijkheden. Dat betekende tegelijkertijd ook meer ruimte en mogelijkheden. Om gebiedsgericht en integraal te werken, te innoveren, nieuwe samenwerkingsverbanden te zoeken en om meer aandacht te hebben voor preventie. In het magazine ‘De beweging naar de voorkant’ bundelen we de ervaringen van afgelopen jaren, van wethouders van de sociale pijler uit het Stedennetwerk G40 en zorgprofessionals. Wat kunnen de nieuwe colleges of professionals die werkzaam zijn in het sociaal domein daaruit meenemen als zij de transformatie willen doorzetten? Wij geven vijf gouden tips.

1. Vraag om (regel)ruimte en investeer in preventie en maatwerk
Gemeenten benadrukken de meerwaarde van preventieve aanpakken en maatwerk. Om dit mogelijk te maken zorgen zij voor ‘maatwerkbudgetten’ of, zoals in Deventer ‘ontregelbudgetten’. Groningen experimenteert met Bijstand op Maat. Nelleke Vedelaar (voormalig wethouder in Zwolle en trekker van de dossiergroep Wmo) noemt als voorbeeld het afschaffen van het productenboek, “we moeten niet denken in producten maar aan wat mensen echt nodig hebben.” Mattias Gijsbertsen (wethouder sociale zaken gemeente Groningen en nieuwe voorzitter van de sociale pijler van het Stedennetwerk G40) benadrukt dat meer regelruimte en een aanpak gericht op maatwerk ervoor zorgt dat zij hun inwoners beter van dienst kunnen zijn met sociale kwesties. En Jeroen Olthof (voormalig voorzitter sociale pijler Stedennetwerk G40 en wethouder in Zaanstad) roept het Rijk op om (regel)ruimte te bieden en in preventie te blijven investeren; “voorkomen is immers beter dan genezen.”

2. Kijk naar de (financiële) opbrengsten en resultaten op de lange termijn
Investeren in maatwerk en preventie lijkt een zware kostenpost, en ligt soms gevoelig. Maar het levert op lange termijn meer op. Het voorkomen van huisuitzettingen bijvoorbeeld, omdat de gemeente Zaanstad, dankzij het maatwerkbudget, een maand huur betaalt. “Dat is goed voor het betreffende gezin en is het uiteindelijk ook goedkoper voor de gemeente”, zegt Olthof. “Je ziet dat die vroegtijdige maatregelen hun vruchten afwerpen.” Jan Jaap Kolkman (wethouder in Deventer en trekker van de dossiergroep armoede en schulden) vindt dat de gemeente mogelijkheden moet creëren om een gedeelte van een schuld kwijt te schelden. “Het scheelt namelijk ook veel geld als we armoede en schulden bij mensen eerder signaleren en beter/sneller oplossen. Het is een win-winsituatie.” “En houd het uiteindelijke resultaat op de lange termijn altijd goed voor ogen”, vinden Andries Ekhart (voormalig wethouder in Leeuwarden en vicevoorzitter van de Sociale Pijler) en Vedelaar, “kijk niet naar de vinkjes.”

3. Geef zorgprofessionals de ruimte; zorg ervoor dat zij zelfstandig kunnen handelen
Verantwoordelijkheid wordt niet meer van bovenaf opgelegd, maar ligt veel meer bij de zorgprofessionals. Veel gemeenten zorgen ervoor dat zij zelfstandig en naar eigen inzicht kunnen handelen. De maatwerk- of ontregelbudgetten dragen hier aan bij. “En verhoog ook het kostenbewustzijn van sociaal werkers”, is een van de aanbevelingen uit de City Deal Inclusieve Stad. Professionals geven zelf aan dat het voor hen ook motiverend is; de ruimte die ze krijgen om zelfstandig te handelen en te doen wat nodig is in plaats van een checklist af te werken.

4. Verbreed je blik en zorg voor een integrale aanpak
“Verbinding tussen werk en zorg de sleutel in het sociaal domein”, zegt Ekhart. “Kijk naar het kind, zijn gezin en de hele omgeving”, benadrukt Paul Blokhuis (voormalig wethouder in Apeldoorn en trekker van de bestuurlijke themagroep Jeugd van het Stedennetwerk G40). “Om armoede te bestrijden, moet je naar alle facetten kijken. Dus niet alleen naar (het wel of niet hebben van) werk, maar ook naar schulden, naar de gezinssituatie, naar achterstanden, naar onderwijs”, aldus Kolkman. Alle gemeenten pleiten voor een bredere blik en een integrale aanpak. Ook in het verbinden van de verschillende domeinen “Eigenlijk zou wonen de vierde decentralisatie moeten zijn”, vinden Tom Horn (voormalig wethouder in Haarlemmermeer en trekker van de dossiergroep Wonen en zorg) en Olthof. “Als een domein, wonen, niet lekker doorloopt, hebben de andere domeinen, zoals zorg, daar last van.” Ook professionals benadrukken het voordeel van een integrale aanpak. “Mensen kunnen met deze aanpak veel sneller en beter worden geholpen”, zegt integraal intaker Karin Tecla (gemeente Alphen aan den Rijn).

5. Ga nieuwe samenwerkingen aan die verbindingen mogelijk maken
Om ervoor te zorgen dat een integrale aanpak mogelijk is, zijn nieuwe samenwerkingen en het leggen van verbindingen van belang. René Peeters (voormalig wethouder Jeugd, Wmo, Onderwijs, Sport, Welzijn/vrijwilligers, Innovatie, bestuurlijke vernieuwing in Almere): “de verbinding tussen plekken bijvoorbeeld, tussen scholen, wijkteams, jeugdgezondheidszorg. En samenwerkingen tussen verschillende zorgaanbieders, zoals in de coöperatie jeugdgezondheidszorg. Dat zorgt voor een sociale infrastructuur die steeds meer sluitend wordt.” Ekhart geeft aan dat ze in Leeuwarden ook steeds kijken hoe ze de krachten kunnen bundelen en nieuwe samenwerkingen tot stand kunnen brengen, ook binnen de gemeente zelf. Blokhuis: “Samenwerken over je eigen schutting heen kijken, dat zijn de sleutelwoorden voor een goed zorglandschap.”

U leest meer over de ervaringen van wethouders van de sociale pijler uit het Stedennetwerk G40 en professionals in het magazine ‘De beweging naar de voorkant’.