Nieuws

Lokale Monitor Wonen uitgebreid met data particuliere verhuurders

Woonlasten huurders particuliere sector hoger dan in sociale sector


De huurder van een corporatiewoning is gemiddeld een derde van zijn inkomen kwijt aan woonlasten (huur, energie en lokale belastingen). Huishoudens in de particuliere huursector geven een groter deel van hun inkomen uit aan huur- en woonlasten, namelijk 37%.

Het aantal corporatiewoningen beschikbaar voor specifieke doelgroepen is in 2015 afgenomen ten opzichte van 2014. Dat geldt vooral voor de doelgroep die huurtoeslag ontvangt. Dit komt door een toename van het aantal huishoudens in die doelgroep en een afname van het aantal corporatiewoningen met een huur tot € 618.

Deze en nog veel meer feiten over het wonen zijn vanaf vandaag te vinden in de Lokale Monitor Wonen op www.waarstaatjegemeente.nl.

Voor het tweede jaar op rij zijn per regio, per gemeente en soms zelfs per wijk cijfers over de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen in de sociale huursector in één overzicht te bekijken. Dit jaar zijn naast gegevens uit de sociale huursector ook gegevens uit de particuliere huursector toegevoegd.

Op basis van de cijfers valt een aantal punten op:

  • Verhoudingsgewijs geven huishoudens in particuliere huurwoningen een groter deel van hun inkomen uit aan huur- en woonlasten dan huishoudens in een corporatiewoning. In 2015 bedroegen de gemiddelde netto woonlasten in de corporatiesector € 580 en was de huurquote  33%; in de particuliere sector was dit € 815 met een gemiddelde huurquote van 37%.
  • Het aandeel dure scheefwoners (huurders huren relatief duur voor hun inkomen) én goedkope scheefwoners (huurders huren relatief goedkoop voor hun inkomen) ligt een stuk hoger in de particuliere huursector dan in de corporatiesector.
    - In 2015 woonde 12,9% van de huishoudens in een corporatiewoning duur scheef, ten opzichte van 19,6% in een particuliere huurwoning.
    - In 2015 woonden 13,7% van huishoudens in een corporatiewoning goedkoop scheef ten opzichte van 15,3% in een particuliere huurwoning.
  • Het goedkoop scheefwonen in de corporatiesector is licht afgenomen met 0,7 percentpunten (van 14,4% in 2014 naar 13,7% in 2015). Het duur scheefwonen in de corporatiesector is iets toegenomen met 0,9 percentpunten (van 12,0% in 2014 naar 12,9% in 2015).
  • In de corporatiesector geven huurders in 2015 een groter deel van hun inkomen uit aan huur dan in 2014. Dit komt door een lichte daling van het netto besteedbaar inkomen en een stijging van de huurprijzen. De gemiddelde netto huurquote  van huishoudens in corporatiewoningen was in 2014 22,5% en in 2015 23,6%.
  • Het percentage huishoudens in een corporatiewoning dat een betaalrisico heeft is in 2015 licht toegenomen ten opzichte van 2014. Er is een betaalrisico als het netto besteedbaar inkomen te laag is om alle noodzakelijke uitgaven te dekken. In 2014 had 14% van de huishoudens in een corporatiewoningen een betaalrisico. In 2015 was dit 14,8%. Dit komt door een lichte daling van het inkomen en gestegen huurprijzen.

Gezamenlijk initiatief

Aedes, G4, G32, VNG en de Woonbond hebben de Lokale Monitor Wonen ontwikkeld als instrument om tot een beter lokaal woonbeleid en betere prestatieafspraken te komen. KING en ABF Research hebben de monitor gebouwd op basis van onder andere CBS-gegevens en cijfers van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. 

Meer informatie

De Lokale Monitor Wonen is onderdeel van de site www.waarstaatjegemeente.nl.
Klik op Dashboard. Selecteer een gemeente (links bovenin) en klik daarna op de tegel ‘Lokale Monitor Wonen’.