De huisvesting van aandachtsgroepen, mensen in een kwetsbare positie aan de onderkant van de woningmarkt, staat onder druk en de situatie is aan het verslechteren. Dit zeggen 44 Nederlandse gemeenten tegen de kabinetsformateurs. Door krapte op de woningmarkt kunnen mensen vanuit opvang of beschermd wonen niet doorstromen naar een eigen woning, of komen juist op een opvanglocatie terecht, met alle maatschappelijke en financiële effecten van dien. In de komende jaren is jaarlijks vijf miljard euro per jaar – voor gemeenten en andere betrokken partijen – nodig om die gecombineerde aanpak te kunnen realiseren.
Gemeenten pleiten al jaren voor voldoende middelen en eerlijke financiële verhoudingen om hun taken goed uit te kunnen voeren. Er is ook meer nodig om voor iedereen in Nederland een prettig en betaalbaar (t)huis te realiseren. Maaike Veeningen, voorzitter van de Fysieke Pijler G40: “Wij staan als gemeenten met onze partners klaar om dit vraagstuk integraal aan te pakken. Maar dat lukt alleen met de benodigde financiële middelen. Als centrumgemeenten kunnen we het ook niet alleen. We hebben regie en sturing op de woningmarkt nodig, en een regionale aanpak. Het is belangrijk dat alle gemeenten hun steentje bijdragen aan het realiseren van een (t)huis voor de mensen die dat juist zo hard nodig hebben. Daarbij vragen we het Rijk remmende wet- en regelgeving weg te nemen, zoals de kostendelersnorm en de verhuurdersheffing.”
Maarten van Ooijen, wethouder Zorg & Beschermd Wonen in Utrecht: “Iedere dag zien wij in onze steden hoe urgent deze woonproblematiek aan de onderkant van de woningmarkt is. Mensen die losgerukt van huis en haard na een scheiding en mislukte (spoed)zoektocht naar betaalbare woonruimte noodgedwongen in de daklozenopvang belanden. Het nieuwe kabinet mag straks niet wegkijken voor deze problematiek – de financiële middelen zijn keihard nodig. Anders blijft het dweilen met de kraan open.”
Meer informatie: themagroep Wonen, welzijn, zorg van de G40.