''Onzorgvuldige en ontijdige wetgeving.''
Zo kwalificeert het Stedennetwerk G32, het samenwerkingsverband van inmiddels 38 steden, de Wet Kwaliteitsborging waarover de Tweede Kamer donderdagavond 16 februari debatteerde met minister Plasterk.
Deze wet regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwen. Aannemers moeten op grond van deze wet zelf controleren of zij voldoen aan alle bouweisen. Volgens de G32 is onduidelijk wat de rol en bevoegdheden van de stadsbesturen in de nieuwe situatie zullen zijn.
‘De wet is snel in elkaar gerammeld en politiek doorgedrukt’, aldus Jop Fackeldey, lid van het dagelijks bestuur van de G32 en wethouder in Lelystad. ‘We steunen het achterliggende principe dat aannemers meer verantwoordelijkheid krijgen. Maar hiervoor is betere wetgeving nodig dan er nu voorligt’.
Fackeldey refereert onder meer aan een pilot in Den Haag die voortijdig is stopgezet. Daar had de gemeente onvoldoende zekerheid over de bouwkwaliteit van woningen.
‘In feite komt de nieuwe wet neer op het privatiseren van het bouwtoezicht. Maar het risico bestaat dat aannemers te laat rapporteren, of onvolledig en soms onsamenhangende rapporten afleveren. Steden staan dan met de rug tegen de muur en zijn niet in staat de kwaliteit van het particuliere toezicht te beoordelen’, aldus Fackeldey.
De G32 roept de Tweede Kamer dan ook op dinsdag 21 februari tegen de wet te stemmen.