Nieuws

Betere Jeugdhulp door gelijkwaardig partnerschap

Minister de Jonge heeft 7 november jl. in de NRC een stelselwijziging in de Jeugdzorg aangekondigd. Op 8 november is de kamerbrief Naar een betere organisatie van de Jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering naar buiten gekomen.

De stelselwijziging is een onaangekondigde (en onaangename) verrassing. Minister De Jonge en het Rijk hadden aangegeven deze kabinetsperiode geen ingrijpende wijzigingen in het stelsel door te willen voeren, vanuit de gedachte dat alle partners het meest gebaat waren bij rust. Dat er nu toch wordt ingegrepen komt voort uit de vernietigende rapporten die de Inspectie Gezondheidszorg & de Inspectie Justitie en Veiligheid hebben opgesteld.

De reactie van de VNG is duidelijk. "Een top-down stelselwijziging gaat geen kind helpen. Rijk, instellingen en gemeenten moeten allemaal lering trekken uit situaties waarin kinderen onverhoopt niet goed worden geholpen. Juist over de interbestuurlijke samenwerking hebben we afspraken gemaakt in het IBP.” De VNG geeft aan dat in de brief van het kabinet geen spoor te ontdekken is van gelijkwaardige samenwerking tussen overheden. Het Rijk bepaalt en gemeente betaalt. Terwijl gemeenten op allerlei voorzieningen moeten bezuinigen, omdat de jeugduitgaven blijven stijgen, staan de rijksfinanciën er goed voor. Als klap op de vuurpijl dwingt het rijk gemeenten meer te betalen. Zie verder de brief van VNG (pdf).

De G40 onderschrijft deze reactie.

Ter aanvulling heeft de G40 de brief Betere Jeugdhulp door gelijkwaardige samenwerking opgesteld. Als centrumgemeenten nemen we onze verantwoordelijkheid in onze regio om maatschappelijke opgaven op regionaal schaalniveau aan te jagen. We sluiten niet uit dat een structuuraanpassing op onderdelen kan helpen om het eenvoudiger te maken, als de budgetten niet geknipt worden en de regie bij de eerste overheid blijft, anders wordt het stelsel nog ingewikkelder.

De G40 pleit er voor om dergelijke structuuraanpassingen niet overhaast door te voeren voor enkel de Jeugdzorg, maar dit in het bredere en integrale perspectief van gedecentraliseerde taken in het sociaal domein te plaatsen. We zien het gesprek over jeugdzorg als een onderdeel van het bredere gesprek met het Rijk over de contouren van een duurzaam zorgstelsel.

De G40 ziet dat het Rijk de discussie over zorgpunten in het jeugzorgstelsel nu naar de organiseerbaarheid verschuift. Zolang de middelen volstrekt ontoereikend en incidenteel blijven, heeft het verleggen van de verantwoordelijkheid naar een hoger schaalniveau geen enkele zin. Feit blijft dat gemeenten sinds drie à vier jaar vanuit een buitengewoon gebrekkige informatiepositie werken aan een inhoudelijke opdracht om de zorg te transformeren en daarbij vanaf de eerste dag financieel gekort zijn. 
Kortom, problemen in de jeugdbeschermingsketen zoals tarieven voor de gecertificeerde instellingen en de wachtlijsten Veilig Thuis hebben alles te maken met de financiële randvoorwaarden waarbinnen gemeenten moeten handelen. 

Zelfs met de rug tegen de muur en de wijzende vinger op ons gericht, reiken we als G40 Stedennetwerk nogmaals de hand om als gelijkwaardige partners tot versterking van het decentrale zorgstelsel te komen. 

Lees de brief van de G40 aan de Tweede Kamer.