De G40-bestuurders hebben de aftrap gegeven voor de G40-samenwerking in de collegeperiode die voor ons ligt. Dit deden ze tijdens de bestuurlijke netwerkdagen op 22 en 23 september in Almere en op de Floriade. Dagen die we met recht een groot succes mogen noemen! Ruim 160 bestuurders van de steden van de G40 namen deel. En ze deden wat van dit soort dagen verwacht mag worden: ontmoeten, netwerken, verwonderen, uitwisselen, inhoudelijk debatteren en natuurlijk ook gezellig samenzijn. De gemeente Almere toonde zich op zijn best met de fantastische organisatie van de dagen. Lof en veel dank daarvoor!
De dagen startten met een warm welkom door waarnemend burgemeester Ank Bijleveld van Almere en G40-voorzitter Paul Depla. Daarna zetten twee prominente gasten, onze bestuurders meteen op scherp, ieder met een opvatting over wat nodig is in het openbaar bestuur, die lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan.
Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bijt de spits af. Hij onderkent de spanning die er is tussen de autonomie van gemeenten en de actualiteit. Gemeenten zijn te vaak uitvoeringskantoor, met name in het sociale domein is dat nogal eens het geval. Dit moet anders. Zijn presentatie maakt bovendien de veelheid en verwevenheid zichtbaar van regionale verbanden op diverse taakgebieden. Hij noemde het de ‘vernetwerkte samenleving’. Als risico’s ziet hij de bestuurlijke drukte en het gebrek aan democratische legitimiteit. Tegelijkertijd ziet hij kansen: G40-steden zijn vrijwel overal de centrale speler in deze samenwerkingsverbanden. In die rol kunnen zij vanuit de inhoud werken aan verbetering van het openbaar bestuur en daarmee aan het vergroten van het vertrouwen in de overheid en tussen de overheden. En daarbij natuurlijk ook werken aan het beter positioneren van de gemeenteraden. En zoals Schurink het zei: “Als u het niet doet, dan doet niemand het.”
Vervolgens was het podium aan Alexander Rinnooy Kan. Hij gelooft er niet in dat steden en wethouders binnen de huidige structuur van het openbaar bestuur op de inhoud hun inbreng kunnen maximeren. Hij gooit de knuppel in het hoenderhok met een stevig pleidooi voor een forse structuuraanpassing in het openbaar bestuur. En ook hij zegt, met een kwinkslag naar Schurink: “Als u het niet doet, doet niemand het.” De huidige schaal van veel gemeenten vindt hij niet toegesneden op de actuele opgaven. Betrokkenheid van burgers is wezenlijk voor het bouwen aan vertrouwen. Hij mist voldoende aandacht daarvoor en ziet in het vormen van rond veertig à vijftig regionaal gekozen besturen als vervanger van de gemeenten een middel om het bestuur weer dichter bij mensen te krijgen. Die regio’s moeten dan relatief autonoom zijn, voldoende ruimte hebben voor eigen keuzen dus. En geen aanpak die leidt tot een dictaat, maar langs de lijn van compromis en consensus. ‘Joint factfinding’ is daarbij volgens hem cruciaal. En voor wat betreft het gevolg van de vorming van bestuurlijke regio’s: dat maakt de vraag voor hem legitiem of de provincies daarin dan nog wel nodig zijn.
Paul Depla verbindt de twee visies door te stellen dat het nu vooral om de bestuursstijl gaat. ‘Slow politics’ zoals hij dat noemt, werk vanuit de inhoud en kom van daaruit tot het moment waarop structuuraanpassingen als het ware met draagvlak naar voren komen (duurzame oplossingen kosten tijd). Bestuurders moeten mensen bij elkaar brengen, het bestuur weer dichter naar de samenleving brengen. Dat vraagt aan bestuurders om niet te snel te willen scoren. Daarbij zoeken naar coalities, de overheid is immers niet alleen eigenaar van vraagstukken. En juist het smeden van die coalities kunnen wij als steden bieden.
Na deze prikkelende start, vervolgen de bestuurders met een stadswandeling en gesprekken in een van de drie pijlers.
In die pijlers hebben onze bestuurders kennis gemaakt met elkaar en besproken in welke themagroepen zij de komende vier jaar willen gaan werken. Daarbij hebben ze een eerste verkenning gedaan hoe zij de samenwerking en afstemming tussen de themagroepen kunnen versterken, want ook wij willen onze integrale opgaven integraal aanpakken.
Een ‘walking dinner’ vormt de afsluiting van deze eerste dag. De gelegenheid om elkaar in een mooie ambiance uitgebreider te spreken, beter te leren kennen en met elkaar de dilemma’s te bespreken waar je als wethouder of burgemeester mee te maken krijgt. Het geheel omlijst door een muzikaal ensemble samengesteld uit jongeren vanuit diverse achtergrond en afkomst. En dat bestuurders elkaar hebben gevonden bleek zeker ook toen een delegatie er in de late avond nog even op uit trok om Almere-by-night te verkennen.
Dag 2
Plaats van handelen de Floriade. Veel bestuurders die er op donderdag al bij waren aangevuld met een flink aantal nieuwe deelnemers, verzamelden zich ‘s ochtends in de Orangerie. In een plenaire aftrap doen de drie pijlervoorzitters Frank den Brok, Maaike Veeningen en Cathalijne Dortmans verslag van de opbrengst uit hun pijlerbijeenkomsten van de dag ervoor. Daarna is het aan de themagroepen die in drie ronden bij elkaar komen, af te spreken wie voorzitter wordt en het gesprek in de pijlers vertalen naar hun werkprogramma. Mooi dat er ook een nieuwe themagroep is ontstaan: ‘Smart mobility’, met slimme oplossingen een bijdrage aan bereikbaarheid bieden. Het begin van bereikbaarheid als G40-thema?
En vanzelfsprekend: ook bestuurders die er donderdag en/of vrijdag niet bij konden zijn, zijn natuurlijk nog steeds van harte uitgenodigd om zich bij de pijlers en themagroepen aan te sluiten. Bekijk het overzicht van bestuur, pijlers en themagroepen van het Stedennetwerk G40 (pdf). Daarin staan ook de mailadressen van de secretarissen. Uw belangstelling kunt u bij hen aangeven.
Tot slot
Ook op deze tweede netwerkdag zagen en hoorden we de grote betrokkenheid die er onder aanwezige bestuurders is. Er is een prachtige basis gelegd om elkaar in de komende vier jaar te vinden, te versterken en met vertrouwen samen aan de lobby en belangenbehartiging te werken. We gaan aan de slag!
Lees ook: