In Oss krijgen kinderen bij hun geboorte al een inschrijvingsbewijs bij de Kamer van Koophandel, grapte Adriaan Geuze (West8) in zijn inleiding over gebiedsontwikkeling die aansluit bij de karakteristieken en inwoners van de stad. De campus is een samenwerking van overheid, kennisinstellingen en ondernemers. De gemeente werkt samen met haar inwoners in onder andere de landelijke proeftuin Ruwaard, en in de opvang Thuis in Oss. Tijdens de Ambtelijke netwerkdag in Oss op 13 maart was veel te zien bij bezoeken en wandelingen tijdens de lunch, met een record aantal deelnemers.
De Ambtelijke netwerkdag startte met een dubbele mededeling. Een record aantal (meer dan 200) aanmeldingen, maar we misten een belangrijk persoon; Genie Hendriks. Na twee herseninfarcten komt hij niet meer aan het werk. Marc Jaarsma volgt hem op, met Gerdien Looman als nieuw lid van het G40 ambtelijk ondersteuningsteam (AOT). Kaarten om hem sterkte te wensen werden die avond nog naar Genie gebracht.
Gemeentesecretaris Hilde Reints en wethouder Frank den Brok verzorgden de introductie in Oss. Na een aantal gemeentelijke herindelingen achter elkaar krijgt nu de stad weer veel aandacht. Stedenbouwkundige Adriaan Geuze stak de aanwezigen een hart onder de riem. Ambtenaren hebben de sleutel om de complexe stedelijke opgave tot een goed resultaat te brengen. Breng eerst goed in kaart welke kwaliteiten de stad al heeft, en welke nog kunnen worden versterkt. Zorg voor een gedeelde visie en ga concreet aan de slag met de puzzelstukjes, die zo in samenhang kunnen worden ontwikkeld. Programmamanager Marionne van Dongen: In de spoorzone werken we aan alle drie de G40-pijlers; economisch, fysiek en sociaal.
Rob Nelissen (Organon) en Brigitte Drees (CEO Pivot Park) namen ons mee in de ontwikkeling van de pharma-campus. Het pharma-cluster is 100 jaar geleden ontstaan met een restproduct uit de vleesindustrie, insuline. Oss werd bekend als stad van de Pil. Organon heeft zich deels teruggetrokken uit Oss, maar research& development is gebleven. Inmiddels is op het terrein van Organon een innovatief netwerk van bedrijven ontstaan. Recent ontwikkeld in Oss: Keytruda, een anti-kanker medicijn, en Astra Zeneca, tegen onder andere Corona. In het netwerk Pharma Delta werkt Oss samen met onder andere Nijmegen, Eindhoven, Tilburg, Utrecht, Leiden en Groningen. Beide sprekers sloten af met het belang van de overheid als innovatiepartner; innovatieklimaat, opleidingsniveau, infrastructuur en woonomgeving.
Na het plenaire deel waren vier stadsbezoeken en dertien deelsessies georganiseerd. Hieronder de korte verslagen van de deelsessies.
In een deelsessie georganiseerd door de themagroep stedelijke transformatie presenteerden Oss, Nijmegen en Den Bosch de aanpak van hun spoorzones.
Het landelijke programma Stedelijke Transformatie reflecteerde op de ervaringen die het programma de afgelopen jaren verzamelde. Steeds meer steden zien de stationsgebieden en spoorzones als een kans voor de stad en haar ontwikkeling. Dat de spoorzones in het land in de belangstelling staan, werd bevestigd door het ministerie van VRO dat ook aanwezig was. Zij zien dat de ruimtes rond stations en in de spoorzones kansrijke gebieden zijn voor de woningbouwambities van dit kabinet. De spoorzones krijgen in het BO Leefomgeving dit voorjaar extra aandacht. Kortom, een goede inspiratiesessie voor G40-steden die zich gaan verdiepen in de kansen van de spoorzone in hun stad.
In de Proeftuin Ruwaard & Ussen bedenken wijkbewoners en zo’n 15 partners in de wijk samen oplossingen waarin mensen meer voor zichzelf en voor elkaar kunnen gaan doen. Samen wordt er gewerkt aan het creëren van een vitale wijk, waar wijkbewoners tegen lagere kosten een betere (positieve) gezondheid ervaren. Het gaat nadrukkelijk niet alleen om zorg, maar ook over eenzaamheid, veiligheid en gezondheid. De proeftuin is opgehangen aan vier hoofdlijnen: anders samenwerken, actieve burgers, wijkgericht financieren en steunende systemen. Annemieke Ackermans, programmamanager Samenwerkwijze van de gemeente Oss, neemt ons mee in hoe belangrijk anders samenwerken is. De methodiek Samenwerkwijze (ik wil, ik kan, ik heb nodig) helpt om de bewoners zelf de regie te laten nemen en professionals meer integraal te laten samenwerken. Meer kwaliteit van leven, vanuit de eigen kracht van mensen in de wijk, is hierbij de inzet. Dat betekent vaak stoppen met oplossingen bieden op deelproblemen aan de hand van verschillende voorzieningen die geleverd worden door verschillende partijen. Opvallend is dat er wel maatwerkbudget beschikbaar was, maar dat dit nauwelijks nodig was. Systeembelemmeringen worden opgeheven of aangekaart, om zo goed mogelijk ontschot te kunnen werken. Leren op en tussen de lagen is hierbij cruciaal. Als bestuurders en managers elkaar vinden, is er ruimte voor reflectie en commitment om te blijven leren en ontwikkelen en geef je de proeftuin ruimte om op te schalen. Als het gaat om anders werken, moet je blijvend investeren in teambuilding, zeker als er de samenstelling van een team wijzigt. Een ander leerpunt ten slotte, is monitoring van inzet en resultaten. Annemieke nodigt andere steden uit om hierop mee te denken.
De citydeal Dynamische binnensteden is halverwege, tijd voor een uitwisseling met de G40. Regie op transformatie is volgens coördinator Jos Sentel het centrale vraagstuk, inmiddels zijn de steden in een 15-tal experimenteer- en ontwerpprojecten aan de slag. Zo werkt het team van de citydeal een typologie uit van typen vastgoedontwikkelaars om de samenwerking te verbeteren.
De circa 50 belangstellenden wisselden in drie deelgroepjes ervaringen uit.
In de zomer van 2025 treedt de citydeal meer naar buiten met de tussentijdse resultaten en wordt gewerkt aan een Manifest voor de binnenstad.
Ruimte voor een diverse en dynamische economie, aansluiten bij lokale kenmerken en een samenhangend (inter)nationaal systeem. Quirine van der Meer van het ministerie van Economische Zaken gaf een update over de koers die het ministerie wil varen. Het ministerie stelt een ruimtelijk economische visie op voor verschillende werkmilieu’s; het gemengd stedelijk milieu, het innovatiemilieu, het productiemilieu en het industrieel milieu. Het ministerie werkt ook samen met de ministeries VRO en IenW aan een ruimtelijk economische ontwikkelstrategie voor het stedelijk netwerk Nederland. Wilbert Hoondert (ministerie IenW) vertelde over het ontwerpend onderzoek waarbij ook stedelijke netwerken zijn betrokken.
Quirine en Wilbert gingen in twee deelsessies in gesprek met ca 50 gemeentelijke beleidsadviseurs. Uit de discussie:
De werkwijze voor het ontwerpend onderzoek naar de ruimtelijk economische ontwikkeling van stedelijk Nederland (REOS) sluit aan bij de werkwijze van de ruimtelijke arrangementen en de regionale energie strategieën (RES): Visie uit de regio’s ophalen, in regio’s combineren, daarna concluderen of dit een goed totaal oplevert voor Nederland en welke rol het Rijk kan/moet spelen.
De opgave voor de arbeidsmarkt, geschetst door Michelle de Vries (VNG): Huidige werkenden worden geconfronteerd met snel en veranderend of verdwijnend werk, transities worden met de rem erop gerealiseerd, grote opgaven zoals de woningbouw gaan gebukt onder personeelstekorten, en zorg, kinderopvang en onderwijs hebben het lastig kwalitatief op orde te blijven. We staan op een keerpunt in de economie; de arbeidsmarkt ontwikkelt zich van een volgend naar een leidend mechanisme voor economische groei. Het VNG kernteam Human Capital, met veel leden uit de G40, werkt aan HC NL om te komen tot wendbaar en weerbaar talent en het faciliteren van regionale sociaaleconomische samenwerking. De inspiratiegids Datagedreven werken aan sociaaleconomisch arbeidsmarktbeleid is af, de inspiratiegids Regionaal samenwerken is in ontwikkeling. De gids werkt met een variant van het model business canvas. Irene Rouwenhorst en Ruby de Jong van de gemeente Oss inspireerden ons met de human capital aanpak in Noordoost Brabant en Oss, in nauwe samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven.
Dr Ilse van Liempt (Universiteit Utrecht) deelde inzichten uit recent onderzoek naar innovaties in de asielketen. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren wat nodig is om de opvang van vluchtelingen (beter) onderdeel te laten zijn van de samenleving. Dit heeft impact op het gebouw dat voor opvang wordt gekozen; liever in de wijk dan bijvoorbeeld buiten de stad. Ook is dit van invloed op de inrichting van de ruimtes, waarbij dit het beste samen met bewoners en onwonenden gedaan kan worden, en de manier waarop de samenwerking binnen de opvang vormgegeven wordt.
Uit het gesprek bleek vervolgens dat aanwezige gemeenten deze inzichten herkenden, en op zoek zijn naar de wijze waarop ze hun opvang vorm kunnen geven. Aan bod kwam dat een goede afstemming nodig is met het COA, en dat regionale samenwerking wenselijk is om zoveel mogelijk een doorgaande lijn van opvang naar huisvesting en integratie vorm te geven. De gemeenten zien hierbij ook de meerwaarde van een netwerk als de G40, om tips en goede voorbeelden uit te wisselen.
Gemeenten zijn steeds meer betrokken bij het onderwijs in het kader van kansengelijkheid. Echter, heeft de G40 voldoende scherp wat onze visie op onderwijs eigenlijk is? Welke mogelijkheden zijn er om (vanuit deze visie) te sturen? Wat kunnen gemeenten hierbij (lokaal) zelf? En hoe verloopt de samenwerking met het onderwijs en andere partners?
Op de ambtelijke netwerkdag van de G40 stonden we, op initiatief van de themagroep ZJO, samen met de VNG, stil bij deze vraagstukken. We keken naar lokale voorbeelden van sturingskracht en bespraken hoe we binnen gemeenten met een bredere blik naar onderwijs kunnen kijken om zo ook de verbinding met andere domeinen te versterken. Als we inzetten op het vergroten van de brede welvaart, moeten we ons bijvoorbeeld ook richten op departementen als EZ en SZW en programma's als een leven lang leren meenemen in het verhaal. Op 4 april praten we bestuurlijk verder over dit onderwerp.
Tijdens de drukbezochte gezamenlijke sessie van de themagroepen ZJO en WWZ stonden we stil bij alle landelijke programma’s die raken aan het welzijn van ouderen: Ouderenakkoord (HLO), het programma wonen, ondersteuning en zorg voor ouderen WOZO, het integraal zorgakkoord IZA, het gezond en actief leven akkoord GALA, het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord AZWA en de wet maatschappelijke ondersteuning WMO. Guus Crommelin van de VNG en Suzanne Verbree van het ministerie van VWS namen de aanwezigen mee in de samenhang en uitdagingen. De presentatie is bijgevoegd. Tijdens de sessie was er veel ruimte voor vragen en het goede gesprek over wat er op inwoners en gemeenten afkomt en de (financiële) gevolgen die dat lokaal heeft. Zowel VNG als VWS nemen de input mee in de verdere ontwikkeling van het HLO en de hervorming WMO.
Behalve het bouwen van nieuwe woningen kan woningdelen en woningsplitsen oplossingen bieden voor het tekort aan woningen. Frank Dirks en Myrthe Sietsma (Platform31) hebben voor gemeenten een handreiking gemaakt met 30 tips en bieden een masterclass aan.
Complexe opgaven binnen het fysieke domein vragen om een integrale en datagedreven aanpak. Bijvoorbeeld als er in het Dordtse Maasterras ruimte wordt moet gemaakt voor 4.000 nieuwe woningen, bedrijven en voorzieningen. Of als in Apeldoorn de binnenstad, Spoorzone of Kanaalzone ontwikkeld worden. Samen met de ministeries van IenW en VRO, bedrijven en kennisinstellingen ontwikkelen deze gemeenten binnen het DMI-ecosysteem een Raamwerk voor integrale ruimtelijke planning en datagedreven gebiedsontwikkeling. Dit Raamwerk koppelt (lokaal) beleid aan data, ondersteunt alle fasen van gebiedsontwikkeling en versnelt woningbouw door standaardisatie en samenwerking. Tijdens deze deelsessie lichtten Arjan Spruijt (ministerie van IenW) en Tom Lankhorst (gemeente Apeldoorn) het Raamwerk toe en presenteerde Apeldoorn concrete voorbeelden van gebiedsontwikkelingen in de stad. De sessie eindigde met een gesprek met de deelnemers over de toepassing van het Raamwerk, waarbij gemeenten deelden of en hoe ze al datagedreven werken bij gebiedsontwikkelingen en welke uitdagingen daarbij spelen.
De Themagroep Europa kwam met circa 20 personen bijeen. Naast de G40-leden sloten er ook gasten aan vanuit Platform31, de P10, VNG team Europa en de VVSG (BE). Tijdens de vergadering werd er vanuit het VNG-team Europa een presentatie gegeven over hun analyse van het werkprogramma van de Europese Commissie en wat dit betekent voor de VNG inzet en als aanvulling daarop de mogelijk versterkende inzet vanuit de G40.
Daarnaast werd de positiebepaling rondom het Meerjarig Financieel Kader (MFK) besproken. Momenteel loopt er een proces gecoördineerd door de VNG om tot een gezamenlijk standpunt te komen, aansluitend op het vorig jaar gepubliceerde standpunt rondom de toekomst van het cohesiefonds. Verschillende G40 steden zijn actief op dit onderwerp en hebben input geleverd om het gezamenlijke standpunt. Proces en inhoud zijn met elkaar gedeeld en mogelijke vervolgstappen om het gezamenlijke standpunt uit te dragen zijn besproken.
De VNG gaf tijdens een speciale bijeenkomst een uitgebreide update over de problemen rond de financiering van gemeenten. Een korting van 10 procent op de specifieke uitkeringen en een ongunstige nieuwe normeringssystematiek, waardoor de structurele bijdrage aan gemeenten omlaag gaat, terwijl de kosten oplopen; het ravijn. Ook bestaat het risico dat het kabinet het advies van de commissie Van Ark over de jeugdzorg (inclusief advies financiële verplichtingen Rijk) niet integraal overneemt.