Ruim twintig bestuurders kwamen op 20 september in Utrecht bijeen om informatie uit te wisselen over de mogelijkheden van warmtenetten en de invulling van de nieuwe Warmtewet. Het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt aan de voorbereidingen van die Warmtewet en deelde haar plannen.
In het Klimaatakkoord is voorzien dat voor 40% van alle woningen een collectieve warmtevoorziening het alternatief voor aardgas kan bieden. Er is nog veel onduidelijkheid over de governance van deze warmtenetten en de nieuwe wet moet een aantal zaken gaan borgen. Zoals het er nu uitziet, komt de regierol bij gemeenten te liggen. De feitelijke levering van warmte kunnen gemeenten aan de markt overlaten of kiezen voor een hybride model. De nieuwe warmtewet moet in 2022 gereed zijn en moet zowel het aanbod, de regie rol en de vraagkant regelen.
Vijf gemeenten (Drechtsteden, Zaanstad, Nijmegen, Deventer en Rotterdam) presenteerden uitdagingen en oplossingen. Zij deden via pilot projecten al ervaring op met warmtenetten. De businesscase blijkt in deze gevallen nog niet sluitend zonder financiering van de overheid. En de praktijk laat zien dat corporaties, alhoewel ze in de startblokken staan, in sociaal zwakkere wijken lastig tot uitvoering komen.
Er is afgesproken dat de G40 de belangrijkste aandachtspunten vanuit de steden op schrift stelt en deelt met het ministerie.