Op 20 april stond de financiering van warmtenetten centraal tijdens het bestuurlijk overleg van themagroep Duurzaamheid. Een belangrijk onderwerp omdat warmtenetten wijken aardgasvrij maken en daarmee bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. Maar hoe financieren gemeenten deze forse opgave?
Caspar Boendermaker, business developer duurzaamheid bij Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), vertelt tijdens het bestuurlijk overleg dat BNG hard gewerkt aan de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) en een bijbehorend financieringsinstrumentarium. De belangrijkste bouwstenen hiervoor zijn:
Over deze bouwstenen worden momenteel met het ministerie van EZK gesprekken gevoerd. Belangrijk is dat er invulling komt voor de randvoorwaarden voor het verlagen van de risico’s voor investeringen in warmtenetten. Daarvoor is het belangrijk dat er duidelijkheid komt over de restwaarde bepaling voor de investeringsbereidheid en de realisatiekracht van warmtebedrijven en de overname van de netten. Deze voorwaarden horen bij het mogelijk maken van het waarborgfonds. De randvoorwaarden zijn onder meer: warmtenetten moeten deel worden van de vitale infrastructuur, kostengebaseerde tarieven in een nationaal systeem, een duidelijk technisch normenkader, een gediversifieerde bronnenstrategie en de oprichting van een kennis- en expertisecentrum. Ook moeten decentrale overheden (blijven) benadrukken dat deze bouwstenen noodzakelijk zijn voor een succesvolle warmtetransitie.
Er is veel onzekerheid en onduidelijkheid bij gemeenten over de financiering van warmtenetten en pilotprojecten. Boendermaker verwacht dat er pas na Prinsjesdag duidelijkheid komt. Daarom is het ontzettend belangrijk dat decentrale overheden richting het Rijk aangeven dat het fonds nodig is om de warmtetransitie mogelijk te maken. Tot die tijd blijft het lastig om tempo te maken met initiatieven.