Het regeerakkoord van het nieuwe kabinet valt me mee en tegen! Ik heb waardering voor de ambities van het kabinet maar er zijn ook zorgen over de open eindjes en over de dekking van veel op zich mooie voornemens. Prima basis om samen te werken aan de opgaven van de steden en stedelijke regio’s, was de eerste reactie van de G32, maar we willen op sommige onderdelen ook echt wel boter bij de vis.
In de tijd van het kabinet ‘Rutte II’ hebben we als steden, Rijk en andere partijen gewerkt aan het traject Agenda Stad en aan de Europese vertaling daarvan, de Urban Agenda. Dit vanuit een gedeelde overtuiging met betrekking tot het belang van de stad en de stedelijke regio voor Nederland. Vanuit Agenda Stad hebben we gewerkt aan city deals waarin Rijk, gemeenten en bedrijfsleven nieuwe vormen van samenwerking gevonden hebben met vaak mooie en verrassende resultaten.
Voor een sterk en concurrerend Nederland zijn krachtige en vitale steden nodig, dat is ook het motto van de G32 voor de komende kabinetsperiode ‘groeikracht voor stedelijke regio’s’. Maar waar zijn de steden in het nieuwe regeerakkoord? We zijn blij dat we als steden en stedelijke regio’s met het kabinet de samenwerking rond de city deals in het kader van Agenda Stad voort kunnen zetten. Ook op het thema Bereikbaarheid/Mobiliteit wordt het belang van de steden en stedelijke regio’s onderschreven in ‘Vertrouwen in de toekomst’.
Op een aantal andere grote opgaven missen we echter aandacht voor de stad en haar inwoners. Neem een belangrijke opgave als de energietransitie. Wij willen systeemkeuzes per stedelijke regio maken. Maar het grootste deel van de CO2-reductie wordt gevonden in de industrie door het ondergronds opslaan van koolstofdioxide. Daarmee zijn de steden niet meteen geholpen. De energietransitie krijgt geen duidelijke financiële kaders mee waar steden iets mee kunnen. Invest.NL kan interessant zijn maar is nog nieuw. Het voornemen om van de verhuurdersheffing 100 miljoen euro te bestemmen voor verduurzaming, is verre van overtuigend. Juist de energietransitie moet de motor zijn om (binnen)stedelijke transformatie op gang te brengen en de bestaande woningvoorraad te verbeteren. Koppelen van budgetten. Werk met werk maken. Regionale aanpak en geen ‘one size fits all’. Het Regeerakkoord spreekt terecht van plannen per regio voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving maar er ontbreekt nog een bijdrage ter ondersteuning van burgers en bedrijven.
Een tweede grote opgave ligt in het sociaal domein. In de steden komt de problematiek samen van jeugdzorg, opvang van asielzoekers en een verantwoorde zorg voor ouderen die langer thuis wonen. Met ons concludeert het nieuwe kabinet dat nieuwe hervormingen niet nodig zijn, maar dat het wel beter kan. Daar werken wij keihard aan maar dat kost tijd, en zeker in eerste instantie ook geld. Voor de oplossing van financiële problemen in het gemeentelijk deel van het sociaal domein trekt de nieuwe regering te weinig geld uit. Daardoor zullen de wachtlijsten in bijvoorbeeld de jeugdzorg verder oplopen. Ook komt de ondersteuning van ouderen in wijken in gevaar. Voor de jeugdzorg en BUIG zijn elk enkele honderden miljoenen nodig, zo lijkt het. Het nieuwe kabinet stelt daar 3x18 miljoen euro tegenover en verwijst steden voor het overige naar datzelfde accres waaruit ook een aanzienlijk deel van bijvoorbeeld de energietransitie moet worden betaald. De druk op het sociale domein leidt ertoe dat er geen investeringsruimte voor andere beleidsvelden kan zijn. Voeg hierbij de nog onzekere effecten van de integratie van de IUSD in het Gemeentefonds, de implementatie- en uitvoeringsvraagstukken rond de Omgevingswet en de nieuwe plannen waarbij gemeenten gedurende twee jaar de ‘begeleide toegang tot de verzorgingsstaat’ gaan verzorgen van statushouders. En dan tenslotte de opschalingskorting die onze ‘opgeschaalde’ steden voor een groot deel opbrengen, en u begrijpt waarom wij inhoudelijk gezien heel enthousiast kunnen worden van de mogelijkheden tot samenwerking, maar wel nog even in gesprek willen met het kabinet over de kaders waarbinnen wij dat doen.
Een derde vraagstuk is het veiligheidsvraagstuk. Het kabinet trekt meer geld uit voor politie en de aanpak voor ondermijning en dat is een goede zaak. Er is door de G32 al eerder gevraagd om extra middelen voor de nationale politie, ondermeer voor meer wijkagenten. De komst daarvan juichen wij toe: meer ogen en oren op straat zijn van belang voor de integrale aanpak van overlast en criminaliteit. De 100 miljoen in het Ondermijningsfonds is een start en stap in de goede richting. Tot slot de verwarde personen: we zien de afgelopen maanden landelijk enige daling in het aantal meldingen bij politie. Er zijn al diverse experimenten gestart. Het is nu van belang dat de nieuwe zorgwet z.s.m. vastgesteld wordt en dat het betere vangnet ook z.s.m. gestalte krijgt
Op 30 oktober vieren wij de Dag van de Stad. Bestuurders en ambtenaren, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en wetenschappers, ondernemers en actieve inwoners komen bijeen om de uitdagingen en oplossingen te verkennen waar Nederland voor staat. Als steden willen we graag in gesprek met het kabinet om tot een vruchtbare samenwerking te komen de komende jaren. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat de nieuwe bewindslieden daar straks ook open voor staan. Vertrouwen in de toekomst, vertrouwen in de stad.
Lees het nieuwsbericht Analyse G32 regeerakkoord.