Direct na het verschijnen van het Regeerakkoord was onze reactie: “Prima basis om samen te werken aan de opgaven van de steden en stedelijke regio’s maar we willen op sommige onderdelen ook echt wel boter bij de vis.“ Een tweede punt waarop ik steeds heb gehamerd is echte ruimte voor regionale verschillen in aanpak. 'One size fits all' is niet de oplossing voor de grote opgaven waar de steden voor staan: de energietransitie en het goed laten landen van de decentralisaties in het sociaal domein. En we wilden een ‘echte’ samenwerking met het Rijk, in de geest van onze ervaringen met city deals, we zijn geen uitvoeringsdienst van het Rijk. We zijn nu ruim 100 dagen verder na het Regeerakkoord en op 14 februari hebben het Rijk en de koepels het Interbestuurlijk Programma (IBP) ondertekend. Ik denk dat we wel wat opgeschoten zijn met dit akkoord.
Taaie onderhandelingen
Op onze laatste G40 netwerkdag vorige week in Schiedam heeft Jantine Kriens, directeur van de VNG, ons heet van de naald meegenomen in de onderhandelingen. In de afgelopen maanden is er achter de schermen ontzettend veel werk verzet, ook door onze trekker van de sociale pijler Jeroen Olthof, en als voorzitter van de G40 en lid van het VNG-bestuur kon ik het ook allemaal op de voet volgen. Laten we eerlijk zijn, het is nog geen ‘Hallelujah’ over de bereikte financiële afspraken maar meer zat er niet in. We hebben voor het sociaal domein een transitiefonds van 200 + 54 mio voor 2018, er volgt onafhankelijk onderzoek door ROB over de BUIG, voor een aantal open einde regelingen uit het Regeerakkoord als het WMO abonnement gaan we later nog met Rijk in overleg. Vanuit Leeuwarden weet ik hoe dwingend de tekorten in het sociaal domein zijn. Wij hadden al gemeenteraadsverkiezingen en de tekorten in het sociaal domein zuigen alle aandacht en geld weg bij andere dossiers.
Vrij besteedbaar accres
Met het toepassen van de verruimde trap-op, trap-af systematiek wordt het gemeentefonds aanzienlijk verruimd. Dat stemt tot tevredenheid maar bij de voorbereiding van het IBP leek die extra financiële ruimte weer snel te verdampen. Niet alleen omdat de gemeenten voor een groot aantal onvermijdelijke uitgaven staan, zoals loon- en prijsstijgingen en omdat er nog grote tekorten in het sociaal domein moeten worden opgelost. Maar ook omdat de verschillende departementen alvast 1.2 mld wilden vastleggen voor uitvoering van hun prioriteiten. Dat is nu terecht gekeerd maar de druk zal blijven de komende maanden, dus waakzaamheid is geboden. Niet Den Haag, niet de VNG, maar alleen de eigen gemeenteraad beslist over de besteding van de uitkering van gemeentefonds. Hoe die nieuwe uitkering gaat uitpakken zien we in de meicirculaire.
Nu meters maken
De erkenning dat er ruimte is voor regionaal verschil en de wil om de problemen samen aan te pakken, biedt nieuw perspectief, laten we meters maken. Snel om de tafel dus en dat zal van ons en de collega’s van de G4 moeten komen. Uit onze G40 steden kunnen we op alle terreinen ervaringsdeskundigen aanleveren die midden in de praktijk staan. En wat mij betreft mag er ook wel een fris geluid vanuit het bedrijfsleven of een kennisinstelling bij. Er zijn acht onderwerpen geagendeerd in het IBP. We zijn met het kabinet nu echter wel verder gekomen. We gaan zelf over de prioriteiten in onze begroting, en bepalen dan hoeveel ruimte er over is om aan te sluiten bij landelijke afspraken. Laten we zorgen dat we dit in juni op onze G40 twee-daagse kunnen bespreken, met de nieuwe colleges.