Er zijn verschillende definities van sociaal ondernemen. De rode draad in deze definities is dat sociaal ondernemers zelfstandige organisaties zijn, die hun geld uit de markt halen en het realiseren van maatschappelijke impact als primair doel hebben. In deze context staat het resultaat, bijvoorbeeld werkgelegenheid of hergebruik van materialen, centraal en is de bedrijfsvoering hierop gericht.

De SER heeft in 2016 schematisch aangegeven waar sociaal ondernemen staat tussen, aan de ene kant volledig winst gedreven ondernemen, en aan de andere kant, volledig werken voor goede doelen met giften, donaties en sponsoren. Hieronder is deze positionering weergegeven.

OndernemersEr is ook veel discussie over de definitie van sociaal ondernemerschap. En dat is logisch, want de jonge sector is enorm in ontwikkeling. Er wordt dagelijks nieuwe ervaring opgedaan met de verhouding tussen 'maatschappelijke impact maken' en 'ondernemen in én met de markt'.

Recent is binnen de EU het werkdocument 'Garanteeing Social Enterprises' opgesteld. Het werkdocument is ter voorbereiding op een Europees financieringsfonds voor sociale ondernemingen. Hierin wordt de stand van zaken rondom de definitiekwestie op een rijtje gezet. Een sociale onderneming:

  • is binnen de markt actief in de sociale economie en heeft als voornaamste doel om sociale impact te realiseren in plaats van om winst uit te keren aan aandeelhouders;
  • levert goederen en diensten voor de markt op een ondernemende en innovatieve manier en gebruikt winst primair om de sociale doelstelling te realiseren;
  • is georganiseerd op een open, verantwoordelijke manier in relatie tot personeelsbeleid, consumentenbelang en betrokken stakeholders die met de commerciële activiteiten te maken hebben;
  • heeft als karakteristieken:

- om het sociale doel te bereiken, hebben de commerciële activiteiten vaak een innovatief karakter;
- winst wordt voor een belangrijk deel geherinvesteerd; er wordt balanskapitaal opgebouwd;
- de organisatie is transparant, betrekt belanghebbenden en houdt rekening met sociale rechtvaardigheid.

In het algemeen ziet de EU-werkgroep achter het werkdocument dat (nieuwe) sociale ondernemingen bijdragen aan innovatieve oplossingen waarin overheid en markt nog niet voorzien, en als antwoord op maatschappelijke vraagstukken. Deze oplossingen voegen waarde toe en voorzien in consumentenbehoeften. Veelal van zwakkere of meer kwetsbare consumenten, of van groepen in de samenleving waarvoor markt- en overheidsaanbod tekortschiet of niet aansluit bij de behoefte. Door het veelal meer lokale karakter is de sociale onderneming beter in staat om in behoeften te voorzien dan centrale overheden. Dat maakt sociale ondernemingen kostenefficiënt. Ze verschaffen vaak maatwerk dat voor het grootste deel onafhankelijk van subsidies en giften is. De afhankelijkheid van meerwaarde creëren voor klanten en marktwerking versterken de focus van ondernemers op efficiency, vernieuwing en daarmee meer impact.

Verdringing?
Het is van belang om kritisch te blijven kijken naar overdracht van (semi-) overheidstaken naar de marktsector. Met door de overheid gesubsidieerd werk kan een ongelijk speelveld ontstaan ten opzichte van 'reguliere' ondernemingen. Maar sociaal ondernemen kan bijdragen aan economische ontwikkeling en groei, en toename van werkgelegenheid. De spelregels voor sociale ondernemers zijn identiek aan die van 'reguliere' ondernemers. Voor elk bedrijf geldt dat toegevoegde waarde wordt omgezet in een prijs voor geleverde diensten en/of producten. Maatschappelijke impact kan daar onderdeel van zijn. Sociale ondernemingen zetten maatschappelijke impact voorop. In en met de markt. En vragen daar een prijs voor. Het is aan de overheid om te bepalen wat de toegevoegde waarde is vanuit beleidsdoelstellingen. Daarmee vindt geen verdringing plaats van 'regulier' ondernemen, omdat immers ook reguliere ondernemers gebruik kunnen maken van dezelfde proposities. Elke werkgever kan gebruik maken van overheidsvoorzieningen zoals startsubsidies, loonkostensubsidie en bijvoorbeeld de no-risk polis. Het speelveld is gelijk, alleen sociale ondernemingen profileren zich op maatschappelijke impact, en gebruiken dat als selling-point. Het staat iedereen vrij dit te doen, of niet.

Ook ‘gewone’ bedrijven hebben mogelijkheden – zij het niet als hoogste doel – om maatschappelijke impact te realiseren. Dat start eenvoudigweg met transparantie ten aanzien van de impact (sociaal dan wel duurzaam) als onderdeel van het jaarverslag of het sociaal jaarverslag. Door actief bij te dragen aan social return is het ook mogelijk om impact te maken. En door een eigen social return beleid te hanteren richting leveranciers. Het is ook mogelijk om gecertificeerd te worden; bijvoorbeeld als een B-corp2 of via de Prestatieladder Sociaal Ondernemen. Een recent initiatief om duidelijk te maken hoe sociaal een onderneming

Middels de Code Sociale Ondernemingen worden de leidende principes van sociaal ondernemen uitgewerkt, inclusief een voorstel om een register aan te leggen voor sociaal ondernemers die voldoen aan de code. Dit initiatief komt voort uit de wens van sociale ondernemingen om hun drijfveren en manier van werken zichtbaar en controleerbaar uit te dragen. De consultatieversie van de Code is in april 2017 online gezet. Eind 2017 is het Handvat Code Sociale Ondernemingen gepubliceerd met daarin de principes op een praktische manier uitgewerkt. Het uiteindelijke doel van de code is dat ondernemers deze adopteren en opnemen in hun beleid, statuten en aandeelhoudersovereenkomsten.

Lees verder